Muzische groei na semester 4.
Volgende tekst heb ik geschreven na mijn vierde semester in de opleiding:
Dit semester heb ik me vooral toegelegd op de evaluatie van
muzische lessen en het maken van een project.
Als projectkeuze hebben we er voor gekozen om ons te
verdiepen in Machu Picchu. Door middel van een beeld, muziek en bewegingsexpressie
les zijn we dieper ingegaan op dit natuurfenomeen.
Beeld: Het creëren van patronen zoals in de kleren van de
Inca’s. Door middel van verf met zand in mochten leerlingen op verschillende
grote papieren patronen aanbrengen van +- 10 cm breed. Iedereen werkte op
elkaars papieren waardoor er gezamenlijk grote werken uitkwamen. Als constante
evaluatie hebben we hiervoor gebruik gemaakt van wasknijpers die de leerlingen
opspelden en verhangen indien ze zich gedurende de creatie van ons eindwerk
beter of slechter voelen bij het project.
Muziek: De Inca-trail. Dit is de weg die de wandelaars dienen
te volgen naar Machu Picchu. Hiervoor hebben we inspiratie gehaald uit de les
die we gevolgd hebben. Qua vormgeving zijn we op dezelfde manier te werk gegaan
als tijdens de les. Met het creëren van een partituur met eigen vormen. Nadien
zijn we overgeschakeld naar muziekinstrumenten om het partituur klank te geven
en dan uiteindelijk verder te gaan naar een versneld ritme (= hart, dat bonkt
hoe dichter je bij je resultaat bent + vermoeidheid van het wandelen).
Uiteindelijk was de bedoeling dat ze hun wandeling beëindigen, en ter plaatse
iets zien dat de Inca’s doen. Dit diende ze ook door middel van instrumenten
duidelijk te maken aan de rest van de klas. Voor de evaluatie hebben we hier
gevoelens geschreven op papier, dit neergelegd, en de leerlingen diende bij het
gevoel te staan dat ze hadden van hun eindresultaat.
Bewegingsexpressie: Ook hier hebben we delen van de les die
we hadden gekregen geïntegreerd in onze les. We zijn uitgegaan van de
trapsgewijze structuur die er te zien is in de ruïnes van Machu Picchu. De
leerlingen diende op een soort houterige, rechte manier te bewegen en in
verschillende ruimtelagen. Door middel van een goede structuur kwamen ze
uiteindelijke tot een toonmoment waarbij ze een bewegingsloop van 16 tellen
deden. De evaluatie deden we hierbij over het volledige verloop en vooral over
het werken in groep. Een strandbal met onafgewerkte zinnen werd rondgegooid in
de klas, degene die de bal pakte las de zin voor en vulde hem aan. Bv. Ik
voelde me bij deze opdracht ... , Ik heb ... geleerd,...
Bij dit project heb ik vooral geleerd dat zo’n project enorm
bijdraagt tot de klassfeer, de leerlingen waren mee in het geheel van de lessen
en de reflectie naar Machu Picchu. De eerste les wisten ze niet goed wat te
verwachten, maar bij de tweede les kwamen ze automatisch al in de sfeer door
het filmpje even opnieuw te laten zien, en door hun kennis vanuit de vorige
les.
Qua evaluatie heb ik vooral geleerd dat evalueren meer is dan
even peilen bij de kinderen wat ze ervan vonden door vraag-antwoord. Door
middel van verschillende technieken krijg je onverwachte antwoorden, of durven
kinderen eerlijker zijn (bv met de bladeren, doordat ze het niet moeten zeggen,
maar er gewoon bij kunnen gaan staan). Ook kan je sneller anticiperen (bij bv
de wasknijpers -> iemand die het bovenaan heeft hangen kan je laten verder
werken, maar als er iemand is met een lagere knijper kan je gaan polsen wat er
is, heeft hij problemen, is dit gewoon zijn ding niet, speelt er nog iets
anders mee?). Deze evaluatiemanieren zijn enorm kindgericht en helpen ook voor
de niet zo spraakzame leerlingen om toch te duiden wat ze voelen/denken. Ook
het feit dat de evaluatie niet enkel op het eindresultaat hoeft te zijn was een
enorme eyeopener.
·
Wat heb je gedaan met kinderen die
blokkeerden of moeilijk op gang kwamen?
Tijdens beeld heb ik
er een paar gehad die de wasknijper vrij snel laag hadden hangen omdat ze
moeite hadden om te starten. Ik ben op zoek gegaan naar leerlingen die al vlot
bezig waren en de leerlingen die moeite hadden verzameld rond deze leerling. De
vlotte leerling kreeg zo een compliment omdat hij goed bezig was en de anderen
konden ideeën opdoen aan de hand van haar patronen. Als er nadien toch nog
iemand vastzat heb ik ze vooral even laten rondwandelen, kijken naar de
anderen, soms zelfs helpen bij iemand anders zodat ze elkaar op gang trokken,
elkaar nieuwe ideeën aanreikte.
Tijdens muziek heb ik
zelf bij best wat instrumenten moeten laten zien wat de mogelijkheden waren met
deze instrumenten, en ook met andere zaken zoals papier, een lat op een bank,
... Hier voelde ik dat niet iedereen mee was om op gang te komen. Na
verschillende oplossingen aan te reiken, verschillende geluiden te laten horen
is bijna iedereen wel in gang geraakt. Één iemand had enorm veel moeite, daar
ben ik mee in gesprek gegaan terwijl de anderen aan het oefenen waren. Dit
bleek uiteindelijk te gaan om iets dat op de speelplaats was gebeurd. Nadat dit
was uitgeklaard is hij aan de slag gegaan en hebben de andere kinderen van zijn
groep hem eigenlijk heel snel geholpen om iets creëren.
Tijdens
bewegingsexpressie had ik het meeste schrik. Dat bleek gegrond na de eerste
oefeningen want de leerlingen blokkeerde heel snel, wilden zich niet
belachelijk maken met vreemde bewegingen, etc... Daar heb ik snel op ingegrepen
door klassikaal bewegingen voor te doen, door mezelf in de positie te duwen van
degene die de rare bewegingen deed. Bij heel veel leerlingen kwam dit over als:
Als de meester dit durft, dan ik ook. En dit heeft enorm veel geholpen. Er
waren er een paar die dit helemaal niet aangenaam vonden en deze heb ik dan ook
niet onder druk gezet. Ik heb ze gevraagd om mee te doen, al zijn het maar
kleine bewegingen, en dit hebben ze uiteindelijk wel gedaan.
·
Hoe zorgde je ervoor dat de resultaten
creatief rijk waren?
Beeld: Ik heb foto’s
getoond van patronen. Er zelf ééntje half geschilderd. Maar voor de rest was
het volledig voor de leerlingen en hun inspiratie. Deze opdracht leek mij enorm
creatief rijk.
Muziek: Deze opdracht
was misschien iets minder creatief rijk, maar dit kwam vooral omdat ik zelf
heel veel heb moeten aangeven wat er mogelijk was met instrumenten en
alledaagse objecten. Deze geluiden werden zeer vaak gekopieerd door de
leerlingen.
Bewegingsexpressie:
Door de geleidelijke opbouw voor het toonmoment en het mogen “stelen” van
elkaars bewegingen was dit ook een opdracht waar ik zelf weinig naar voor heb
moeten brengen qua bewegingen. De leerlingen zijn hier, na het overwinnen van
hun schroom, zelf mee aan de slag gegaan en hebben een paar zeer creatieve
bewegingen en “dansjes” laten zien.
·
Wat deed je als een kind goed bezig
was?
Meestal in het
voorbijgaan bevestigen dat ze goed bezig zijn. Bij beeld heb ik ze gebruikt als
hulp/inspiratie voor de anderen. Maar bij muziek en bewegingsexpressie heb ik
enkel bij het voorbijwandelen ze dit gezegd.
·
Hoe bleef je bouwsteen centraal staan
doorheen de les?
Bij alle lessen heb
ik hier eigenlijk geen probleem mee gehad. Het is vooral door een goede opbouw,
die we tijdens de lessen op Odisee meekrijgen, dat je dit leert en mijn
ervaring leert me nu dat deze opbouw een houvast is om je les in orde te
houden, en om zo concreet mogelijk naar je toonmoment toe te werken.
Reacties
Een reactie posten